Job is dood
Dolf Verroen
Job, de broer van Jasmijn en Bart, is na een aanrijding met een auto dood gegaan. Ze zien op tegen de begrafenis, maar kunnen er met familieleden over praten.
Job, de broer van Jasmijn en Bart, is na een aanrijding met een auto dood gegaan. Ze zien op tegen de begrafenis, maar kunnen er met familieleden over praten.
Van het geld dat Joep, een zwart hondje, verdient door het uitlaten van honden koopt hij een raceautosleutelhanger. Omdat hij bang is dat de 'kinderen' uit de klas de hanger zullen stelen, bewaart hij deze in zijn mond. Dan slikt hij hem door en moet hij met een ambulance naar het ziekenhuis!
Brugklasser Emma is doodongelukkig omdat ze telkens wordt vergeleken met haar knappe, oudere zus Julia. Julia is niet alleen uiterlijk knapper, maar kan ook nog eens veel beter leren. Emma heeft het gevoel, dat haar ouders meer van Julia houden dan van haar. Als Julia ernstig ziek wordt, heeft Emma helemaal het idee, dat niemand haar meer ziet staan.
Victor is zwemkampioen van Friesland. Als hij een ernstig ongeluk krijg, moet zijn onderbeen worden geamputeerd. Zal hij ooit nog kunnen zwemmen? Gebaseerd op een waargebeurd verhaal.
Kever Kurt houdt niet van verrassingen. Hij eet enkel groene blaadjes en hij draagt altijd een bruin jasje. Het liefst zou hij elke dag precies hetzelfde doen. Maar dan neemt een sterke rukwind hem mee, wel duizend meter ver! Kevertje Kurt wil zo snel mogelijk weer naar huis. Maar onderweg staan hem nog veel verrassingen te wachten...
Kikker ligt in bed. Vandaag kan hij niet opstaan. Zijn hoofd is warm en zijn buik doet pijn. Beertje weet niet wat hij moet doen en hij gaat Eend halen. Ze zegt dat Kikker in bed moet blijven. Rat vraagt of een lekker visje zou helpen. Maar Varkentje weet precies wat Kikker nodig heeft. En dan komt Haas. Hij heeft zoveel haast dat hij niet goed uitkijkt
Huppel moet vandaag naar de dokter voor een prik. Maar Huppel wil geen prik. Een prik doet pijn. Hij is toch helemaal niet ziek? Huppel is wel groot en dapper om in bomen te klimmen, maar niet groot en dapper genoeg om een prik te krijgen. Dus doet hij er alles aan om toch maar niet naar de dokter te moeten...
Kleine Leon gaat met mama naar de dokter. Die gaat hem van top tot teen onderzoeken. De dokter luistert naar Leons hart en kijkt in zijn oren. Leon wordt ook gewogen en gemeten. Dat gaat allemaal prima. Zelfs een prikje is niet zo erg...
Kleine Rosalie ligt ziek in bed. Met druppels en siroop is ze gauw weer beter. Gelukkig maar, want dan kan ze voor zieke Pop en Schaap zorgen.
Sofie, een doodziek meisje, wil graag weten “Wat Er In Het Leven Te Koop Is” …en liefst ook wat daarna komt. Die vragen vormen het kader voor een mengeling van verhaalvormen: een zoektocht naar de zin van het leven; een sprookje waarin wonderlijke figuren opduiken; een toneelstuk met poppenkastfiguren en heldendaden waarin allerlei (karakteristieke) types een rol spelen: de onschuldige Sofie, de van het leven genietende Arabella, de zorgende en leidinggevende Terror, de met zichzelf ingenomen en luie Bertje en de vrolijke flierefluiter Lange Wapper.
Er is een klein woelmuisje geboren. Alle dieren zijn blij, behalve Eekhoorn. Die ziet meteen dat er iets mis is: het muisje is ziek. Kleine Woelmuis wordt steeds zwakker. Bever, Hamster, Stekelvarken en Eekhoorn blijven dicht bij hem en zijn mama. Als Kleine Woelmuis zijn laatste adem heeft uitgeblazen, brengen de andere dieren hem in zijn mandje naar zee om afscheid te nemen.
Mara heeft het druk met leuke dingen op school. Maar als bij haar moeder voor de tweede keer borstkanker wordt ontdekt, gaat Mara er steeds meer aan twijfelen of haar moeder nog wel beter wordt. Vervolg op Het monster van mama.
Reva heeft niet alleen ‘iets raars’ met seks, maar ook met eten. Haar problemen verergeren aanzienlijk als zij verliefd wordt op de intimiderende DJ, docent aan de theaterschool. Nadat ze een rol heeft gespeeld in een door hem geregisseerde theaterproductie gaat het bergafwaarts met haar en belandt ze tijdelijk in een psychiatrische inrichting. Marjolijn, de zus van Reva, reconstrueert aan de hand van telefoongesprekken en herinneringen wat er misging en probeert Reva te helpen de verantwoording te nemen voor haar eigen leven.
MS is een slopende ziekte die vaak moeilijk te begrijpen is voor de buitenwereld. De ene dag voel je je goed, de andere dag kun je niet lopen van de pijn of de vermoeidheid. Dat is lastig voor degene die aan de ziekte lijdt én voor de mensen in hun omgeving. De twaalfjarige Isabel bijvoorbeeld weet nu een paar jaar dat haar moeder MS heeft, maar dat maakt het niet gemakkelijker. Ze moet veel helpen in huis en uitstapjes gaan soms ineens niet door omdat het te veel is voor haar moeder. Isabel wordt heen en weer geslingerd tussen de frustratie over het verloop van de ziekte en het onbegrip in haar omgeving, maar ook tussen de liefde voor haar moeder en haar eigen gevoelens. Gelukkig kan ze tijdens het hardlopen even alles vergeten én heeft ze haar dagboek.
In Kus me ontmoeten vier pubers elkaar op een hete zomermiddag bij een meer. Ieder heeft een geheim dat hij met een ander moet delen – dat is het spel dat ze spelen. Maar ieder heeft ook een geheim dat hij niet met een ander wil delen.
Kris is geadopteerd en weet totaal niets over zijn moeder. Daar komt verandering in wanneer hij met zijn pleegouders naar haar begrafenis gaat. Daar ontmoet hij Esmé, een meisje met een ernstige longziekte. Zij duwt hem stiekem een briefje in de hand waarop staat dat zijn moeder is vermoord. Kris begint zich vragen te stellen. Waarom heeft ze hem weggegeven? Wie is zijn biologische vader? Wie heeft zijn moeder vermoord en waarom?
De vriendin van Petra’s moeder is erg ziek en daarom komt Wouter een poos logeren. Hij woont alleen met zijn moeder en zij is na de behandelingen te zwak om voor hem te kunnen zorgen. Eerst ziet Petra de lol er niet van in, zo’n betweterig logeerbroertje, maar ze snapt ook wel dat Wouter er niets aan kan doen dat zijn moeder ziek is. Sterker nog, ze weet heel goed wat hij doormaakt. Het is namelijk nog niet zo lang geleden dat haar eigen moeder erg ziek was en ze zelf net zo bang was voor hoe het af zou lopen als Wouter nu is.
Petra is twaalf en vindt haar leven maar saai. Ze besluit een dagboek bij te houden, ook al weet ze eerst niet wat ze daarin moet schrijven. Toch gaat ze aan de slag, en schrijft over haar Grote Liefde, haar vriendinnen, ruzies, haar onhandige vader en ander ouderongemak. Petra gaat niks en niemand uit de weg. Ze kijkt om zich heen en schrijft het gewoon allemaal op. Maar dan wordt haar moeder heel ziek: ze heeft kanker. En dan verlangt Petra terug naar haar saaie leventje.
Als je ziek bent, lig je in bed.Thuis of in het ziekenhuis. De dokter probeert je beter te maken, zodat je weer kunt spelen en naar buiten kunt gaan. Maar intussen lig je je maar te vervelen...Pak een boek met verhalen, dan gaat de tijd sneller voorbij en vergeet je dat je ziek bent. Zo lees je je beter!
Als Babien wakker wordt, is ze nog doodmoe. Haar hoofd doet pijn. En haar hele lijf jeukt. Babien sloft naar beneden. Ze heeft geen zin om te eten. Haar tweelingbroer Bas wel, hij schrokt de boterhammen op. 'Waarom heeft Babien een bobbel op haar hoofd?' vraagt Bas. Mama schrikt en belt de dokter. Die komt meteen langs en onderzoekt Babien. Ze heeft windpokken en moet thuisblijven.