De MS van Tess; als elke dag onzeker is
Christine Kliphuis
Tess is erg moe, ziet wazig en heeft een verdoofd gevoel in haar been. Zij heeft MS (multiple sclerose). Hoe kan ze daarmee omgaan?
Tess is erg moe, ziet wazig en heeft een verdoofd gevoel in haar been. Zij heeft MS (multiple sclerose). Hoe kan ze daarmee omgaan?
De noordenwindheks is een ‘dubbelboek’ over twee in elkaar grijpende levens. Je kunt zelf kiezen met welk verhaal je begint. Rifka Verdigaal woont met haar oom op een etage waar honderden klokken staan. Ze heeft een geweldige fantasie, maar ze is ziek. Als haar ziekte erger wordt, moet ze naar het ziekenhuis. Daar komt ze in een kamer te liggen met een jongen, Mori. Tussen hun bedden hangt een gordijn. Ze kan hem dus niet zien, maar wel met hem spreken. Ze gaat hem verhalen vertellen, en zo leren ze elkaar kennen op een heel bijzondere manier. Mori Brunèl is verlegen – zó verlegen dat hij voortdurend dingen kapotmaakt. Tot overmaat van ramp wordt hij ziek en moet naar het ziekenhuis. Hij komt in een kamer te liggen met het meisje Rifka. Maar… hij kan haar niet zien. Tussen hun bedden hangt een gordijn. Zo leert hij haar kennen op een heel bijzondere manier: door de verhalen die ze elkaar vertellen.
Jim heeft een vader en een moeder, twee oma's en één opa. De andere opa heeft hij nooit gekend. Jim wil alles weten over zijn tweede opa, die bij oma Heerlen hoorde. Op een dag krijgt hij het kastje dat vroeger van opa was. In de laatjes zitten een heleboel spelletjes. Jim speelt ze allemaal, maar niet alleen.
Olivia wordt gepest omdat ze scheel kijkt. Daarom gaat ze naar de oogarts in het ziekenhuis. Het blijkt dat ze een lui oog heeft. Wat nu?
Thelma en Ellis Bongers worden ernstig ziek. Om weer beter te worden moeten ze een halfjaar lang een rustkuur volgen in Dennenrust. Maar zo rustig gaat het er bij de tweeling niet aan toe. Ze houden wilde kussengevechten op zaal 9, vieren uitbundige verjaardagsfeestjes, en verbergen stiekem hun hond Spikkel onder de dekens. Zal de hoofdzuster hun geheim ontdekken?
Als de 14-jarige Adam tegen zijn wil naar een serie bijeenkomsten voor jongeren met een dwangneurose wordt gestuurd, verwacht hij niet daar halsoverkop verliefd te worden. Maar zodra hij de iets oudere Robyn ziet, is hij sprakeloos. Adam raakt vastbesloten om Robyn te leren kennen, te helpen en te beschermen. Dat is nog niet zo makkelijk voor een tienerjongen met ruziënde gescheiden ouders en een lastig stiefbroertje - om over zijn eigen dwangneurose nog maar te zwijgen.
Olifant en Muis zijn twee dikke vrienden. Op de rug van Olifant reist Muis mee naar verre landen en streken. Op een keer blijven ze stilstaan aan een diep ravijn. Daarachter ligt het Land van de Olifanten, waar alle olifanten heengaan als ze oud en ziek zijn. Maar de loopbrug over het ravijn is kapot. Muis wil de brug weer stevig aan elkaar knopen zodat Olifant kan oversteken. Maar wat als Olifant niet meer terugkomt?
Egeltje Jelte woont met zijn moeder en broertjes langs een gevaarlijke autoweg. Veel dieren, ook Jeltes vader, worden er aangereden. Maar toch blijft Jelte nieuwsgierig naar de wereld aan de overkant.
Het is een mooie voorjaarsdag. Luna gaat met haar vader picknicken in het park, ze draagt de rode hoed van haar moeder. Die is vorig jaar overleden en Luna begrijpt nog steeds niet waarom. Soms heeft ze het gevoel dat het haar schuld is en is ze bang dat haar vader haar op dezelfde manier zal verlaten. Haar vader legt uit wat er gebeurd is en samen halen ze leuke herinneringen op aan Luna's moeder.
Laura is dol op haar opa. Hij kan prachtige verhalen vertellen. Maar op een dag gaat hij vreemde dingen doen. Hij loopt in zijn pyjama op straat en klimt het dak van zijn huis op om boeven te vangen. Hij raakt steeds meer in de war en opeens ziet hij er oud en kwetsbaar uit. Opa is niet meer de opa van vroeger. Laura mist zijn spannende verhalen en de wandelingen die ze samen door de duinen maakten. Als ze aan hem denkt, voelt ze zich schuldig. Misschien moet ze meer tijd met hem doorbrengen. Nu herkent hij haar nog. Maar ze wil ook bij Mike zijn, de nieuwe jongen in de klas op wie ze verliefd is.
De tienjarige Michael is net verhuisd, en zijn ouders hebben alleen tijd voor het nieuwe huis en de pasgeboren baby, die ernstig ziek is. Hoewel het hem streng verboden is om in de buurt van de oude, bouwvallige schuur te komen, gaat hij er toch naar binnen. Daar krijgt hij de schrik van zijn leven: er ligt een zieke en verwaarloosde zwerver. Michael blijft de man opzoeken, en ontdekt dat hij onder zijn jas twee rare bulten heeft, die wel erg aan vleugels doen denken. Is Skellig eigenlijk wel een mens? En wat heeft hij te maken met Michaels doodzieke zusje?
In een koortsdroom beleeft de zieke Rob vele avonturen met zijn beste vriend, de tuingeest Joris.
Als Wijnand van zijn fiets valt, is er een stukje van zijn voortand afgebroken. Wat nu?
Oma is oud, maar de vuurtoren is ouder, veel ouder. Hij stond er al toen oma een jong meisje was en nog in het dorp achter de duinen woonde. Ze droomde ervan om later als ze groot was in de ronde kamer te wonen, hoog in de vuurtoren. En haar droom kwam uit, want in de ronde kamer woonde Jonas, de zoon van de vurtorenwachter, en Jonas droomde van oma die toen nog geen oma was, maar een vrolijk meisje met appelrode wangen.
Beer kan het bijna niet geloven: door een stom ongeluk is hij van het ene op het andere moment blind. Niets kan hij meer zien en dat maakt de wereld opeens heel anders. Het lijkt wel of hij alles opnieuw moet leren. Het lijkt hem vreselijk om de rest van zijn leven afhankelijk te zijn van andere mensen. Maar Beer merkt dat hij toch op zichzelf kan vertrouwen. En ook al kan hij met zijn ogen niet meer zien, zijn oren vertellen hem precies wat er gebeurt.
Luuk heeft hele mooie verzamelingen, maar hij wil ook wel eens met een vriendje spelen. Hij weet niet hoe dat moet. Als hij zich aan moet kleden vergeet hij altijd weer waar hij mee bezig is. Zijn vader en moeder begrijpen hem gelukkig wel. Luuk is autistisch en daar moet je rekening mee houden.
'Derk Das was niet bang om dood te gaan. O, nee. Sterven betekende dat hij zijn lijf zou verlaten. Nou ja, dat was niet zo erg. Zijn poten waren stijf. Zijn lijf was versleten… Maar Derk was bang dat zijn vrienden verdrietig zouden zijn als hij weg was. Daarom zei hij tegen hen: 'Jongens, ik ga nu gauw de lange, lange tunnel door. Daar moeten jullie niet om huilen.'' Derk Das was een goede vriend van alle dieren in het bos. Maar hij was oud, héél oud. Op een dag vond Victor Vos een brief van Derk: 'Ik ben de lange tunnel ingegaan. Dag jongens... daaag!' De dieren missen Derk Das heel erg, maar als ze over hem praten is hij toch een beetje bij hen.
Roos is veertien. Ze voelt zich onzeker over zichzelf, over haar lichaam en over haar verliefdheid op een populaire jongen van school. Wanneer er een nieuw meisje in de klas komt, wordt Roos nog onzekerder. Dan begint ook de chaos in haar hoofd. Ze begrijpt steeds minder van zichzelf, trekt zich meer en meer terug en maakt met iedereen ruzie. Ze vindt zichzelf dik, veel te dik en besluit drastisch te gaan lijnen.
Het lukt Quinn maar niet om de draad van haar leven weer op te pakken na de dood van haar vriendje, Trent. Het enige wat haar troost geeft, zijn de ontmoetingen met mensen die zijn gedoneerde organen hebben gekregen. Maar uitgerekend de ontvanger van zijn hart blijft een mysterie. In het geheim gaat ze op zoek naar deze persoon en ontdekt dat hij Colton Thomas heet en negentien jaar oud is. Ze wil hem zien – één keer maar, houdt ze zich voor...
Een paar jaar na het overlijden van zijn moeder wordt de 16-jarige Boudewijn ‘ziek’. Hij is totaal apathisch en komt zijn bed niet meer uit. Zijn vader stelt hem voor de keuze: ‘Vanaf nu schrijf je elke dag een stukje in dit schrift en je luistert elke dag naar tenminste één van deze cd’s. Zo niet, dan laat ik je opnemen.’ Bou begint met forse tegenzin aan zijn ‘strafwerk’, maar gaandeweg blijkt het schrijven een uitlaatklep.